%20copy%202.png)
Wat gebeurt er wanneer kunstenaars onderdeel worden van het ziekenhuis leven – niet als bezoeker of uitvoerend kunstenaar, maar als medemaker met zorgmedewerkers? Op de foto (van links naar rechts: Emma Berentsen, Anne Varekamp, Eva Koopmans, Morgan Ton en Wiesje Gunnink) zie je de vijf kunstenaars die in 2025 deelnamen aan de Arts in Health-pilot van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Zij werkten op verschillende afdelingen samen met zorgmedewerkers aan participatieve kunstprojecten met als doel het versterken van welzijn op de werkvloer. De kunstenaars onderzochten hoe kunst ruimte kan bieden voor reflectie op het eigen werk en de eigen motivatie, en hoe binnen de vaak veeleisende dagelijkse zorgpraktijk nieuwe manieren ontstaan om het welzijn van medewerkers te ondersteunen. In dit artikel delen de kunstenaars hun werkwijze, ervaringen en de inzichten die zij opdeden tijdens hun samenwerking met de afdelingen.
Wiesje Gunnink, beeldend kunstenaar | Afdeling Orthopedie
.png)
“Het ziekenhuis voelde in het begin als een overweldigend doolhof. Ik begon met rondkijken, kennismaken en zoeken naar momenten voor kleine kunst pauzes. Niet iedereen had meteen zin om mee te doen, maar al snel voelde ik me welkom – vooral bij de artsen, wiens openheid uitnodigde tot samenwerking. Het werken met zorgprofessionals voelde als een ontbrekend puzzelstukje: ineens vielen mijn artistieke praktijk en mijn achtergrond in een zorgfamilie samen. Ik vertaalde mijn indrukken in gedichten en beeldend werk, en ontdekte parallellen tussen kunst en zorg: precisie, herhaling en toewijding. Samen maakten we werk door lijnen te tekenen zonder te kijken, draden te trekken, te knippen, te plakken, en te reflecteren op hoe verleden, heden en toekomst elkaar ontmoeten in zorg.”
Emma Berentsen, performancemaker | Afdeling Hepato-Pancreato-Biliaire (HPB)
“Aan het begin van het project liep ik mee met verschillende medewerkers van de HPB-afdeling: van het observeren van levertransplantaties tot het bijwonen van patiëntgesprekken met verpleegkundigen. Ik merkte hoe flexibel iedereen moest omgaan met tijd en besloot daarom tien minuten in de wekelijkse teamvergaderingen te reserveren voor een artistiek moment: Emma’s Dilemma’s. Het vinden van tijd en ruimte voor kunst was niet altijd eenvoudig, en in het begin voelde ik me soms overbodig tussen mensen met ‘echte’ taken. Maar naarmate ik dichter bij het team kwam, voelde ik me meer op mijn plek. Een levertransplantatie meemaken voelde bijna als het kijken naar een kunstwerk: de precisie, het ritme en de stille samenwerking tussen chirurgen leken op een choreografie. Een van de hoogtepunten was toen iedereen samen blackout-gedichten maakte. In die momenten zag ik kleine tekenen van verbondenheid en kwetsbaarheid: medewerkers die iets van zichzelf lieten zien buiten hun professionele rol.”
%20copy.png)
Eva Koopmans, relationeel kunstenaar en ontwerper | Afdeling Geestelijke Verzorging
“Geestelijk verzorgers hebben een bijzondere positie in het ziekenhuis: veel vrijheid, en tegelijk diepe aandacht voor de mens achter de patiënt. Ik had verwacht met hen mee te gaan naar patiëntbezoeken, maar om privacyredenen kon dat niet. In het begin voelde dat beperkt, maar al snel werd het een bron van inspiratie. Ik realiseerde me dat hun werk vaak onzichtbaar blijft binnen de ziekenhuisstructuur – letterlijk en figuurlijk. Een keer ging ik zelfs op zoektocht door het ziekenhuis om hun werkruimte te vinden, en ontdekte dat maar weinig mensen wisten waar die was. Die onzichtbaarheid werd het hart van het project: hoe kunnen we hun werk zichtbaar en tastbaar maken? Samen werken we nu aan een artistieke verbeelding van de ruimte van veiligheid die zij met patiënten opbouwen – een ruimte waar alles gezegd mag worden en niets opgelost hoeft te worden. Ik voel me intussen thuis in het ziekenhuis, als onderdeel van een team waarvan de stille aanwezigheid zich als inkt in water verspreidt.”
.jpg)
Morgan Ton, beeldend kunstenaar en filmmaker | Beatrix Kinderziekenhuis

“Ik begon door mee te lopen met verpleegkundigen, artsen en palliatieve zorgverleners om hun werkdruk, ritmes en perspectieven op zorg te begrijpen. Zo kon ik een kunstproject vormgeven dat hun werk niet zou verstoren en wat op eigen initiatief kon worden uitgevoerd. Ik hoopte hiermee wat speelsheid en plezier te kunnen brengen in hun drukke werkdag. Wat mij erg verraste, was hoe streng veel medewerkers waren voor hun eigen creativiteit. Daarom vroeg ik hen bij de eerste opdracht om zichzelf of een collega te tekenen zoals een kind dat zou doen: met felle kleuren en fantasie, om zo meer ruimte te maken voor 'imperfecte' kunst. De resultaten waren verrassend en speels. Vanuit deze activiteit ontstond ook een nieuwsgierigheid naar hoe patiënten hun zorgverleners zien. Daarom maakte ik een tweede opdracht waarin zorgverleners aan patiënten vroegen om getekend te worden. Meestal was ik aanwezig bij deze tekenmomenten en het was erg mooi om te zien hoe deze vraag leidde tot momenten van connectie, afleiding en plezier. Het moedigde zorgmedewerkers aan om met hun patiënten te zitten zonder medische aanleiding, en om van rol te wisselen door zelf geobserveerd te worden.”
Anne Varekamp, ontwerper en beeldend kunstenaar | Afdeling Communicatie & Marketing
“Op de communicatieafdeling onderzoek ik hoe creativiteit werkdruk kan verlichten zonder de dagelijkse routines te verstoren. We ontdekten dat korte, vooraf geplande creatieve sessies het beste werkten. In het begin waren veel medewerkers terughoudend – opmerkingen als ‘ik kan dit niet’ hoorde ik vaak – maar tegen het einde van de sessies waren die gevoelens meestal verdwenen. Deze workshops werden momenten van onderlinge verbinding, en al snel ging het rond dat ze leuk, ontspannend en een fijne manier waren om collega’s van andere teams te ontmoeten. Vaak voelde men zich te druk of zag men niet meteen de waarde ervan, maar gaandeweg won hun nieuwsgierigheid. Het proces vroeg geduld, want ik wilde dat het organisch zou ontstaan. De gesprekken die tijdens de sessies ontstonden waren voor mij het meest waardevol: mensen voelden zich veilig genoeg om zich open te stellen, niet alleen over werk, maar ook over persoonlijke dingen. En voor mij als kunstenaar was het bijzonder om te zien hoe deelnemers zichzelf verrasten met hun eigen creativiteit.”
